Twee dagen na de moord werd op 1.5 kilometer van het huis van het slachtoffer een mes gevonden in een portiek. Op dat mes bevonden zich noch bloedsporen, noch vingerafdrukken.
De lengte van het mes was 18 centimeter, terwijl de diepte van alle messteken slechts 10 centimeter was. Ook lijkt de vorm van het mes niet op de afdruk van het moordwapen op de blouse van de het slachtoffer.
Dit is de foto waar het mes in schaal op afgebeeld staat en de bloedafdruk van het mes op de blouse ook in schaal. Alsmede de lijn die 10 cm van de top af verwijderd is. Dus precies tot zover zou het mes minstens 5 keer in het lichaam zijn gestoken zijn.
Ondanks het feit dat het mes dus noch via bloed, vingerafdrukken, lengte of vorm gekoppeld kan worden aan de moord is ruim twee maanden na de moord een geurproef uitgevoerd waarbij het mes gekoppeld werd aan Ernest Louwes. En daarmee werd het mes toch het moordwapen, en Louwes de moordenaar. Eind 2000 werd dit niet passend mes de basis van de veroordeling van Ernest Louwes tot 12 jaar
Hoewel op basis van logica alleen het mes niet als moordwapen gezien zou mogen worden (waarom zou Louwes het "moordwapen" op 1.5 kilometer van het huis van het slachtoffer in een portiek achterlaten) wist het OM een jaar voor de veroordeling al zeker dat dit mes het moordwapen niet geweest kon zijn.
En het hof in Arnhem veroordeelde in december 2000 Ernest Louwes op basis van dit niet passende mes
(Pas toen in 2003 op last van de Hoge Raad het mes op DNA werd onderzocht, werd er van twee personen sporen gevonden, maar niet van de weduwe. En op basis daarvan werd pas geconcludeerd dat het mes niet het moordwapen kon zijn. Tevens wist men ook zeker dat dus de geurproef ook fout was geweest, maar daar is toen verder niets mee gebeurd.)