In december 2003 is bij het NFI voor het eerst gezocht naar DNA sporen op de blouse van de weduwe. Op basis van zowel de vondsten in de sporen zelf als de locaties van de sporen in relatie tot make-up vlekken hebben geleid tot conclusies over de oorsprong van die sporen en vlekken.
Inmiddels is vastgesteld wat er minimaal met de blouse is gebeurd vanaf het moment dat het slachtoffer op 25-9-1999 is gevonden.
- De blouse is opengemaakt en rechtgetrokken op het Plaats Delict
- Op de Plaats Delict is er een liniaal op de blouse gelegd
- Op de Plaats Delict heeft de technische recherche het voorpand van de blouse met microsporenfolie onderzocht.
- De blouse is opengemaakt in het mortuarium
- Op de blouse zijn er tussen de vondst op 25-9-1999 en de sectie een dag later diverse bloedvlekken en makeup vlekken bijgekomen
- Direct na de sectie is de blouse in natte/vochtige staat in een zak gepropt, meegenomen naar Deventer, en is daar minstens 6 weken in gebleven. Daardoor is er aantoonbaar vocht van de ene plek op andere plekken terecht gekomen.
- Voor onderzoek naar de scheuren in de blouse is de blouse aan beide kanten intensief bij het NFI in Rijswijk onderzocht
- De blouse heeft vervolgens bijna vier jaar driedubbelgevouwen gelegen in een dichtgeplakte A4 doos in niet geklimatiseerde omstandigheden in Deventer..
- Deze dichtgeplakte doos heeft gelegen in een open doos met diverse bewijsmiddelen en is een tijd lang zoek geweest.
- Voorafgaande aan het DNA-onderzoek bij het NFI is de blouse tegen de voorschriften in gefotografeerd op een paspop in een vuile ruimte.
- De blouse is ook binnenste buiten gekeerd en op de paspop gefotografeerd.
- De verplicht DNA-identificatiezegel is pas in november 2003 voor de blouse aangemaakt.
Dit is een uitgebreide beschrijving van al datgene wat met de blouse is gebeurd.
Forensic Science Services (FSS) is een wereldwijd erkend instituut dat ook door het Openbaar Ministerie regelmatig wordt ingeschakeld. Hun oordeel over datgene wat er met de blouse is gebeurd is in feite vernietigend. Juist omdat er gemakkelijk verkeerde conclusies getrokken kunnen worden moet er uiterst zorgvuldig met de bewijsmiddelen worden omgegaan. En dat wat met de blouse is gebeurd houdt in dat er geen enkele zinnige conclusie meer getrokken mag worden uit datgene wat er op de blouse is gevonden.
Het arrest van het Hof in Den Bosch wordt volledig onderuit gehaald door de mishandeling van de blouse door Technische Recherche en het NFI. Want dit staat er als slotconclusie in het rapport van het FSS:
“In my opinion, I believe that the NFI were correct to examine the blouse given to its significance in relation tot the offence. However, I feel that too much emphasis was placed on the significance of the DNA that could have originated from Mr. Louwes associated with the possible makeup staining. In my opinion based on the information provided to me and information regarding the “innocent” transfer of DNA, the possibility that the DNA was deposited during the storage and examination cannot be excluded and for this reason the level of support given to the working hypothesis of the NFI, that the DNA detected was more likely to be transferred to the blouse during a criminal offence, rather than normal businesslike contact would have to be significantly reduced. “
Met andere woorden staat hier dat gezien de behandeling van de blouse voordat de sporen er eind 2003 afgenomen werden, absoluut geen conclusie kan getrokken worden over de bron van de sporen, 's avonds tijdens de moord of 's morgens bij het bezoek. En dat de rechters in Den Bosch niet de conclusie hadden mogen trekken. dat de sporen die gevonden waren door Louwes er tijdens de moord zijn opgebracht.